Geschiedenis

Ontwikkeling Joodse Gemeente Haarlem vanaf 1600
1605
Een delegatie van 3 Portugees-Joodse kooplieden uit Amsterdam dienen een verzoek in om voor zichzelf en hun familieleden het recht van inwoning en handeldrijven te verkrijgen, behalve dat, ook de vrijheid om hun Joodse geloof openlijk te belijden, dit wordt afgewezen.
1633
Opnieuw wordt een verzoek ingediend, maar het stadsbestuur verbond de voorwaarden dat er minimaal 50 Joodse gezinnen naar Haarlem zouden komen. Hierop strandde de aanvraag.
1660
Er werd een plakkaat uitgevaardigd, die aan alle Joden en alle andere  ongeautoriseerde de toegang ontzegde tot het gilde van goud- en zilver smeden en dat hen tevens het handelen in goud en zilver verbood.
1703
Een enkele Jood maakte van Haarlem zijn woonplaats, maar in dit jaar werd aan een zekere Israel Israels het poorterschap ( burgerrecht ) toegekend.
1730
Het was rond deze periode dat zich wat meer Joden begonnen te  vestigen, het waren voornamelijk Joden uit Amsterdam en zeer arm.
1742
De eerste Joodse school werd opgericht door Abraham van Hamburgh.
1756
In dit jaar werd aan rondtrekkende Joden tijdens de kermisdagen van stadswege een huis ter beschikking gesteld voor goddienst bijeenkomsten.
1765
Tenslotte werd met toestemming van het stadsbestuur een huis gekocht aan het Begijnenhof ( nu het Goudsmidpleintje ) en ingericht
1841
Als eerste officiële synagoge van Haarlem.
1766
In deze periode kwam ook het rituele bad alsmede een vleeshal en een eigen begraafplaats tot stand. Deze begraafplaats lag gelegen aan het
1833 Bolwerk.
1784
Het bankierhuis van de familie Boas raakt in ernstige problemen en moest Simeon Boas zijn regentschap neerleggen. Hij vertrok uit Haarlem, hierdoor raakte de joodse gemeente in verval en liep het ledental ernstig terug.
1796
De joodse gemeente begint weer langzaam op te bloeien.
1837
De synagoge op het begijnhof wordt te klein en met een gift van de koning, de provincie en de gemeente Haarlem wordt een synagoge  gebouwd..1.
1841
De nieuwe synagoge aan de Lange Begijnstraat wordt ingewijd op 4 juni 1841. In 1896 werd het gebouw aan weerszijden uitgebreid met  2 vleugels, er waren nu 300 zitplaatsen voor mannen.
1870
In dit jaar kon de gemeente zich voor het eerst veroorloven een echte gazzan in dienst te nemen n.l. de heer A.J. Cats, hij had een zeer fraaie  stem en was zeer geliefd. Cats werd opgevolgd door S.J. Cauveren.
1887
In de Lange Wijngaardstraat 14 wordt een Joodse school opgericht,  waar 70 leerlingen onderwijs genoten.
1892
Na de dood van S.J. Cauveren werd een rabbijn als geestelijk leider  benoemd in de persoon van Simon Philip de Vries, die een zeer grote  invloed had op het joodse leven in Haarlem. Deze rabbijn is de schrijver van het boek Riten en Symbolen.
1910
De Joodse gemeente telt ongeveer 900 leden.
1927
Door een legaat van Mozes Joles, geboren op 2 mei 1847 en overleden 27 december 1928, wordt het mogelijk gemaakt een Joods ziekenhuis in Haarlem te bouwen. Het ziekenhuis werd gebouwd aan een vleugel van het voormalig  St. Elizabeth’ Gasthuis en bestond uit twee verdiepingen waar gemiddeld 4 á 5 patiënten werden verpleegd. De heer Mozes Joles,  was gedurende zijn leven de enige bestuurder van het ziekenhuis.  Na de oorlog keerden van de ongeveer 1800 Joodse ingezetenen van  de regio Haarlem slechts 10 gezinnen terug en werd het ziekenhuis  verkocht aan de gemeente Haarlem.
1937
Rabbijn Phillip Frank wordt op 20 juni 1937 geïnstalleerd als  opperrabbijn van Noord-Holland.
1943
Op 30 januari 1943 wordt een Duitse soldaat doodgeschoten. Het motief van de moord werd niet opgehelderd, maar waarschijnlijk ging het om een dronkemansruzie.  Rabbijn Frank, de heren Drielsma en Chapon, bestuurders van de  Joodse gemeente worden door de Duitsers opgepakt. Als represailles  werden deze Joodse bestuurders met 7 willekeurige andere  Haarlemmers gefusilleerd in de duinen van Overveen.  Tot 1943 was de synagoge, tijdens de tweede wereldoorlog, aan de    Lange Begijnstraat nog in gebruik.
1945
Wegens de vergaande slechte staat van de synagoge wordt door de  gemeente Haarlem een pand tijdelijk beschikbaar gesteld aan de Lange Wijngaardstraat. Dit was de bovenverdieping van het politiebureau.  .2.
1949
In 1949 werd de synagoge aan de Lange Begijnstraat verkocht aan Joh. Enschede & Zn, wegens de slechte staat van het pand, die er een  papier opslagplaats van maakte.   Op Chanoeka 18 december 1949 werd de huidige synagoge aan het  Kenaupark feestelijk in gebruik genomen mede door de enorme inzet van Joh. Enschede & Zn, die zeer begaan was met de Joodse  gemeenschap te Haarlem.
Besturen vanaf 1945: